De ongelovige Marc Vermeulen, gepokt en gemazeld in de opleidingswereld, verbleef elf keer in een abdij, met telkens een andere kennis of vriend. Ze volgden twee dagen de gebruiken en gewoontes van de paters en zusters. Ze schreven brieven die ze onder de deur van de andere staken.
Het Genootschap van het Genot van het Boek mocht het manuscript lezen en besprak de tekst met een trappist en homp abdijkaas erbij.
Onder de deur is een boek voor en door mannen. Vermeulen kiest geen enkele vrouw als schrijver-in-crime waardoor de hele tekst baadt in een mannen-onder-elkaar sfeertje. ‘Alle vrouwen worden gekeurd en zwak bevonden, op de vrouw van de schrijver na’, vond onze Vice-Voorzitter (vrouw). Ondergetekende Secretaris (man) en Lid Nummer Zes (man) hadden minder moeite met het wel en wee van De Ouder Wordende Man.
Vermeulen heeft ervoor gekozen om achteraf nog zo weinig mogelijk aan de geschreven teksten te veranderen. Daardoor zijn de dialogen authentiek en eerlijk, maar lezen ze niet altijd even vlot. Het boek staat vol met kromme zinnen en manke vergelijkingen. Bovendien zijn de meeste deelnemers aan het experiment geen fervente schrijvers. Voor spitse taal moet je het boek niet lezen.
Onder de deur is eigenlijk het verslag van een simpel maar goed idee. Als deelnemer moet dit een fantastische ervaring geweest zijn (zo blijkt ook uit de verklaringen achteraf). Maar omdat er enkel een beperking op plaats en tijd werd gelegd en niet op de inhoud van de tekst, zwermen de dialogen uit over alle mogelijke topics. De paters, het gedeelde verleden van de schrijvers, de schandalen in de kerk, (het gebrek) aan nieuws van het thuisfront, de zusters, wat vind ik van mijn kind, allerhande lijstjes, de andere abdijgasten enzovoort enzovoort. Een retraite van twee dagen lijkt bovendien net te kort om op papier je ziel bloot te leggen. De interessantste zinnen en gedachten leken vaak nog net een paar uur verder te liggen dan de opgelegde zondagavond.
De Genootschapsleden raakten, samen met de deelnemers, wel helemaal in de ban van de paters en zusters. Doorheen het boek is de abdij de laatste onbewogen rots in onze jachtige wereld. Een plaats die al honderden jaren op dezelfde manier functioneert en op dezelfde manier de volgende generaties zal overleven. Onder de deur is uitstekend PR-materiaal voor de abdijen. Het Genootschap is dan ook al naarstig op zoek naar een cellencomplex voor hun volgende bijeenkomst.
Onder de deur leek onze illustere Genootschapsleden eerder een geslaagd verslag van een fantastisch experiment, dan een stevig, diepgravend boek. Als je het zo leest én gebruikt als voorbereiding op je eigen retraite (waar je na het lezen zeker zin in zal hebben), is het een interessant boek.
Volgende keer leest Het Genootschap nog meer heidense literatuur: Bart Moeyaert die Het Paradijs naar zijn eigen hand zet. God beware ons.
Ik citeer u:
‘de hele tekst baadt in een mannen-onder-elkaar sfeertje. ‘Alle vrouwen worden gekeurd en zwak bevonden’
‘De Ouder Wordende Man’
‘Voor spitse taal moet je het boek niet lezen.’
Veralgemenen is vaak gevaarlijk en kwetsend, ‘nuancering’ getuigt dan weer van meer objectiviteit en fijngevoeligheid.
Mijn reactie op uw beoordeling:
L. Schoenaers:
een van de schrijvers die bezwaarlijk kan verdacht worden van het keuren en typeren van vrouwen als zwak, tevens niet echt ouder wordende is, al is iedereen dat wel natuurlijk ‘ouder wordende’. Wat de taal betreft ‘spits of niet’, zeker oprecht en welegemeend.
L. Schoenaers
Abdijbezoeker van Orval
Beste Luc,
Dank je voor je reactie.
Het was niet de bedoeling om iemand persoonlijk te beoordelen laat staan te kwetsen, maar om een beoordeling te geven van de teksten in het boek. En in een korte recensie over zoveel schrijvers is veralgemening onvermijdelijk.
Mocht je jezelf niet herkennen in bovenstaande beschrijvingen, dan heb je heel waarschijnlijk gelijk. Je kent jezelf tenslotte beter dan iemand die een oordeel velt over een boek waarvan jij hooguit één elfde hebt volgeschreven.
Pingback: Genomineerd | Dodo's in het wild