Het paradijs

In het begin waren we nooit alleen. We stonden met onze blote voeten midden in de overvloed en als we gingen liggen, dan was het alsof we in het leven verdronken. Dan zochten de vrouw en ik elkaars hand en trokken we elkaar op het droge.
‘Gaat het’, zei zij dan tegen mij, of ik tegen haar.
En dan ging het weer.
In het begin voelden we ons nooit alleen.

Bart Moeyaert schreef een opvolger voor het alom geprezen en bekroonde De Schepping. Het Paradijs is een kort (kinder)boek met tekeningen van Wolf Erlbruch. Over de tekeningen had niemand van het Genootschap van het Genot van het Boek een uitgesproken mening. U mag zelf kiezen of dat goed of slecht is.

Het Paradijs bevat niet zoveel tekst, maar Moeyaert heeft er waarschijnlijk even lang aan gesleuteld als aan een boek van normale lengte. De tekst zit tjokvol alliteraties, rijmen en andere stijlfiguren, maar komt nergens gekunsteld over. Het paradijs is evenveel poëzie als proza. Je hebt lef als je zo uitgepuurd durft te schrijven.

Veel dingen die er nog niet lang waren, verdwenen meteen weer. Die waren niet goed gemaakt. De breekbare beestjes gingen het eerst kapot. De fijne, de frêle. Diertjes die te dun waren, krulden van de droogte op. Er waren poelen die zienderogen in veldjes van zout veranderen. Vijvers werden duinpannen. De vier rivieren brachten minder water naar de zee.

Het Paradijs is Moeyaerts interpretatie van de zondeval. Opvallende afwezige is God. Ook van een slang of appel is geen sprake. De mens heeft zulke dingen niet nodig om zijn paradijs te verknallen. Het boek telt slechts twee personages. De man, die de natuur wil beheersen en de controle behouden. En de vrouw, die vooral dingen wil meemaken. De man probeert onbeholpen zijn vrouw te plezieren, de vrouw ergert zich aan zijn pasklare oplossingen.

Met enkele rake woorden schetst Moeyaert de eeuwige strijd tussen de seksen. En door geen enkel woord te veel te gebruiken, liet hij de Genootschapsleden veel ruimte voor interpretatie. Waardoor we het boek ter hand bleven nemen op zoek naar de verschillende betekenissen van elke prachtige zin.

Op een keer fluisterde ik in haar oor dat ik honger had en of ik alvast aan haar lelletje mocht beginnen.
Ze zei ‘Nee.’
Nee.
Ze draaide zich op haar zij, met haar billen in mijn schoot, en ze kon niet ophouden met geeuwen.
Ik zei dat ik een paar struiken ging weghalen.
‘Daar,’ zei ik. ‘Tussen die bomen gaan de hazelaars eraan. Dan zul je ver kunnen kijken en eens een flink eind doorhuppelen. Dat lijkt me iets waar jij naar verlangt.’
Ze ademde zwaar, ze snurkte haast.

Advertentie
Dit bericht werd geplaatst in Ik lees U leest en getagged met , , . Maak dit favoriet permalink.

2 reacties op Het paradijs

  1. Pingback: Genomineerd | Dodo's in het wild

  2. Pingback: Het Boek van het Jaar van het Genootschap van Genot van het Boek – 2011 | Dodo's in het wild

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s