In de supermarkt hebben twee tienermeisjes veel te vertellen. Wacht. Misschien zijn het geen tienermeisjes meer. Maar volwassen en zelfstandige vrouwen. Misschien voeren ze ook geen druk gesprek. Wie weet praten ze altijd wel zo. Hevige gebaren. Gegibber. Heftige woorden en veel amaais, no ways, seriously’s.
De zwartste van de twee draagt het mandje. Enkele zakken chips. Een fles spa blauw. Ze lopen door de het rek met de sterke drank, wanneer de blondste plots blijft staan en een man op de schouders tikt.
‘Dag meneer.’
De man schrikt zich rot. Zijn gezicht opent naar een glimlach. ‘Dag meisjes.’
De meneer vraagt met oprechte interesse hoe het nu met hen gaat. En wat ze zijn gaan studeren. Het zwartste meisje antwoordt beleefd, maar kijkt stiekem naar de kar van Meneer. Diepvriespizza’s. Een klein gesneden brood. Twee microgolfmaaltijden. Meneer vraagt of ze al hun examenresultaten weten.
‘Pas volgende week, meneer.’ Drie flessen sterke drank.
‘Wat denk je zelf?’
‘Ik weet het niet, meneer. Het zal toch kantje boord zijn.’ Een pakje voorgewassen sla.
‘Volgens mij heb je dat wel heel goed gedaan.’
‘Ik hoop het meneer.’ Een blikje bifiworstjes.
‘Nog veel succes.’
Het blondste meisje steekt verlegen haar hand op. De man glimlacht en stapt verder. Er staat een bak bier op het onderste rekje van de winkelkar.
mooi stukje …
dank je