Het is weer de tijd van het jaar. Van de vallende blaren, ja dat ook. Maar vooral een periode waarin werk- en andere soorten stress zich als een griepvirus door het land verspreiden. Denk maar eens goed na. Hoe vaak heb je de voorbije weken gehoord of gelezen dat het toch zo ver-schrik-ku-leuk druk is. Met werk. Of met het gezin/de partner en alle toeters en bellen die daarbij horen. Of met de een of de andere uit de hand gelopen hobby. Soms met alle drie.
Wat is dat toch met onze generatie? Eerst wilden we volwassen en zelfstandig zijn, dan een fantastisch lief. Hij of zij moet niet alleen onze grootste zielsverwant zijn, maar er ook nog goed uitzien. En elke dag/week knallende seks, dat spreekt voor zich. We wilden ook stuk voor stuk goed zijn in onze job. En we wilden ons ontplooien en cultiveren, voorstellingen zien, festivals afdweilen, films becommentariëren en iets bijleren. En dan wilden we een betere job, want dat eerste trucje, dat konden we nu wel. O, en kinderen. Niet zomaar kinderen, maar lieve, intelligente kinderen met de beste vader en moeder.
We willen zoveel. Dat is niet erg. Maar we kunnen zo moeilijk het ene omarmen en tegelijkertijd het andere loslaten. We zeggen tegen onze wolk van een kind dat hij niet met alle speelgoed tegelijkertijd kan spelen. Maar zelf kunnen we onze speeltjes even moeilijk lossen.
En daarom hebben we het zo druk. Rennen we van A naar B. Niet omdat we zoveel moeten. Maar omdat we er zoveel bij willen doen.
En nu moet u me excuseren, want ook al schrijf ik graag een stukje, mijn zoon steekt een boekje in de lucht dat hoogdringend gelezen moet worden.
pijnlijk herkenbaar. prioriteiten stellen, als de zoon een boekje wil lezen komt dat uiteraard altijd eerst 😉