De vice-voorzitter van het Genootschap van het Genot van het Boek las Huis van de aanrakingen en deelde haar mening met een volle treincoupé. Alle passagiers stemden volgens Lid nummer Vijf stilzwijgend toe.
In Huis van de aanrakingen mixt Peter Verhelst de verhalen van Tomoko, een Amerikaans-Japanse archeologe die graag rondjes loopt in het park, Jean-Baptiste Tavernier een 17de-eeuwse ontdekkingsreiziger uit Antwerpen, een Koreaanse pottenbakker, een Griek die iets met wijn uitspookt en Ko Itten, een geisha in het 17de-eeuwse Japan, tot een ingewikkelde cocktail.
De vice-voorzitter discussieerde niet alleen met een volledige treincoupé, ze verbeterde op diezelfde rit ook het wereldrecord snel-lezen. Sommigen onder ons hadden minder geluk en voor het eerst in onze geschiedenis moest één van Ons schoorvoetend toegeven dat ze het boek niet op tijd uit had. We hadden ons allemaal door de opeenstapeling van plotlijnen en personages moeten worstelen. Verhelst kan als geen ander verhalen vertellen, maar als hij eenmaal een prachtig beeld in ons hoofd heeft gestopt, zwiert hij er genadeloos een ander doorheen. Zo werd het een leeservaring van aantrekken en afstoten. En doorbijten waar mogelijk.
Toch was dit een lijdensweg over erg mooie paden. Verhelst vertrekt vanuit de taal en kan ongelofelijke mooie zinnen breien. “Je moet tijd vrijmaken om het te lezen”, merkte Lid nummer Vijf op. “Je kan niet anders dan traag lezen, waardoor het leven op zich eigenlijk ook vertraagt.” In zijn beste momenten bracht Huis van de aanrakingen ons in trance.
En het is niet omdat het de meeste leden Peter Verhelst een woordenmegalomaan vonden, dat zijn metier niet bewonderd werd. Verhelst slaagt erin om op het einde alle verhalen samen te brengen (al was het voor ons niet altijd duidelijk hoe die eindjes er nu precies uitzien). Het thema van de mens die uit twee delen bestaat en zijn hele leven op zoek gaat naar de andere helft (zoals Plato ooit bedacht), vlocht, net als een trits filosofische beschouwingen over oneindigheid en tijd, alle verhalen samen tot een dikke koord van interessante inzichten en beschouwingen.
Maar na verloop van tijd werd het rondhossen door de verhalen, verspreid over eeuwen en continenten, te vermoeiend. Als een bus gejetlagde Japanse toeristen die nog maar weinig belangstelling kunnen opbrengen voor de vijfde gotische kathedraal op twee dagen, bleef er op het einde van het boek maar weinig over om enthousiast over te worden. Behalve over de steeds maar weer opduikende tepels. Dat maakte wel nog wat emoties los.